‘Het stoorde me tijdens de lockdown enorm dat ik sommige cliënten niet persoonlijk kende’
Henk Ruiter, sociaal-juridisch dienstverlener bij stichting MEE Veluwe, praat over het zoeken naar innerlijke voldoening in zijn werk.
MEE maakt meedoen mogelijk voor iedereen die hierin door kwetsbaarheid of beperking wordt belemmerd. MEE Veluwe is onderdeel van een landelijke coöperatieve zorgorganisatie en wordt bestuurd door Stichting MEE Samen, die zich inzet voor mensen met een geestelijke of lichamelijke beperking. Ontstaan uit het in 1901 opgerichte BLO (Buitengewoon Lager Onderwijs). In de loop der jaren hebben verschillende naamsveranderingen plaatsgevonden, en in 2015 werd de zorg niet meer landelijk maar lokaal en regionaal uitgevoerd als gevolg van decentralisatie. In 2016 sloegen de 20 MEE-organisaties de handen ineen en zetten het werk voort in een landelijke samenwerking, om zo innovaties te delen en bovenregionale en landelijke projecten te kunnen oppakken. Door de jaren heen hebben zij ook hun werkterrein verlegd en bieden ze niet alleen zorg aan mensen met een verstandelijke beperking, maar ook aan diegenen met een fysieke beperking of kwetsbare mensen.
Interview: Marry van Koot
M: Wat wil MEE bereiken?
H: Ons ideaal is een samenleving waarin iedereen meedoet, een inclusieve samenleving. MEE is er voor mensen die zich op enigerlei wijze belemmerd voelen of belemmerd zijn in deelname aan een inclusieve samenleving. Dit kan meerdere oorzaken hebben: hetzij door een mentale of fysieke beperking, of door kwetsbaarheid.
M: Op welke manier doen jullie dat?
H: Uitgangspunt is het versterken van de eigen kracht van mensen en hun netwerk. We zien dan ook als geen ander de mogelijkheden voor ieder uniek persoon. En we kennen de weg om er uiteindelijk zelf te komen.
M: Wat is er volgens jou nog nodig om jullie doel te bereiken?
H: Ik kan niets noemen wat dat betreft. Ik ben trots op de organisatie. Ik denk echt dat wij onze cliënten iets te bieden hebben. Weet je, overal is wel wat. Een grote organisatie kan zo zijn voordelen hebben ten opzichte van een kleine organisatie, waarbij je meer zelf moet regelen en waardoor je minder gefocust bent op het werk. Aandachtspuntje is toch wel het personeelstekort, waardoor agenda’s overstromen – zoals bij veel organisaties en ondernemers het geval is.
M: Waarom ben je overgestapt van Welzijn Ermelo naar MEE Veluwe?
H: Ik heb jarenlang met veel plezier en inzet gewerkt voor Welzijn Ermelo. Alleen de laatste jaren werd ik veel ingezet op financiën en schulden. Dat zorgt voor veel papierwerk en administratieve handelingen. Ik heb niet voor niets rechten gestudeerd en wilde in mijn werk meer de focus op het juridische hebben. MEE Veluwe bood mij op het goede moment de juiste kans die mij nieuwe perspectieven bood.
M: Wat is jouw drive voor het sociale werk?
H: Daar te kunnen zijn waar ik nodig ben. Van betekenis te kunnen zijn voor een ander. Een bijdrage te kunnen leveren om een mooiere (inclusieve) wereld te creëren. Voor mij is alleen maar geld verdienen niet bevredigend. Niets mis mee, maar het geeft mij niet de innerlijke voldoening die ik zoek in mijn werk. Voor mij is het belangrijk dat het maatschappelijke belang verweven is in mijn functie.
M: Tot dit jaar was je ook stadsdichter van de gemeente Harderwijk. Had je hiervan profijt in je werk?
H: Nee, daar heb ik niet zo heel veel van gemerkt. Wel dat mensen mij op straat herkenden. En natuurlijk hield ik me bezig met allerhande Harderwijkse zaken, maar niet zo zeer juridische. Specifiek voor mijn werkgebied kan ik niet zeggen dat dit een belemmering was, of profijt heeft opgeleverd. Ik heb natuurlijk ook veel cliënten buiten Harderwijk. Mijn werkgebied strekt zich uit tot Zwolle.
M: Hoe zie je jouw rol binnen de organisatie? Als doener of als matchmaker/doorverwijzer?
H: Tja… een doener? Ik zie mezelf toch meer als een probleemoplosser. Maar dat is natuurlijk ook wat mijn werk met zich meebrengt.
M: Hoe belangrijk zijn de koffiemomentjes voor je?
H: Och, die miste ik toch wel tijdens de coronaperiode. Wij hebben met een paar collega’s afgesproken om 1x per week met elkaar een koffiemoment te hebben. Heerlijk! Even bijkletsen, verbinding hebben met elkaar. Omdat tijdens de eerste lockdown alles via videobellen moest, heb ik een paar van mijn cliënten niet eens fysiek kunnen ontmoeten, omdat zij niet ‘digivaardig’ zijn. Het stoorde me enorm dat ik sommige cliënten niet persoonlijk kende. Na een huisbezoek weet je precies wie wie is en ken je de problematiek. Als het alleen papieren dossiers zijn, dan ken ik de cliënten niet, en daardoor dacht ik af en toe: hé is dat een cliënt van mij? Fysieke ontmoetingen heb ik echt gemist tijdens de eerste lockdown. Dus ik was blij toen dat voorbij was en we elkaar weer konden zien en leren kennen.
M: Waar word je vrolijk van?
H: (Glimlachend) Van kleine dingen. Mooi weer, over de markt struinen, een terrasje pakken, een lekkere kop koffie. Met mooi weer gaat alles makkelijker.
M: Heb je recentelijk nog iemand blij gemaakt?
H: (Lacht) Ik heb laatst voor een jongen met een lichamelijk en verstandelijke beperking het geld voor een driewielfiets bij elkaar gekregen via fondsenwerving. Hij was zó blij met z’n nieuwe fiets!
M: Kan er volgens jou nog iets veranderen in de samenwerking in Harderwijk?
H: Oei, lastige vraag. Voor een stad als Harderwijk zijn er best veel partijen sociaal actief. Veel organisaties kennen elkaar van de sociale kaart. Maar regelmatig worden er ‘proefballonnetjes’ opgelaten, waar je het bestaan niet van weet. Dus of we elkaar allemaal kennen en er echt een hechte samenwerking is tussen alle partijen? Ik denk dat hier nog wel meer in geïnvesteerd kan worden. Maar hoe organiseer je dat je meer rendement uit een samenwerking haalt? Ik zou me daar best eens verder in willen verdiepen en voor willen inzetten.
M: Kunnen maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven elkaar versterken?
H: Ik denk zeker dat ze elkaar kunnen versterken en van meerwaarde voor elkaar kunnen zijn. Stichting MEE draait op overheidssubsidies, maar probeert nu ook de markt aan te boren door trainingen en cursussen aan het bedrijfsleven aan te bieden. Denk bijvoorbeeld aan een training voor NS-personeel: hoe om te gaan met mensen met verward gedrag, of agressiviteit. Op die manier probeert MEE ook inkomsten te genereren uit de andere kant van de markt. Het bedrijfsleven krijgt meer inzicht in de gedragsproblematiek van een bepaalde doelgroep en hoe hier op een goede manier mee om te gaan. Dus een win-winsituatie!
M: Heb jij een quote of lijfspreuk?
H: Ik vind het belangrijk om naast het drukke bestaan op momenten stil te staan bij het leven. Je verliest je zo snel in je werk, maar stilstaan en nadenken over het leven onderscheidt ons van de dieren. Mijn lijfspreuk is een citaat van schrijver-dichter Gerrit Krol: ‘Als je niet elke dag met een stok in je ziel roert, dan vries je dicht.’